|
DONDERDAG 27 JUNI 2019 (km. 73.306)
Na het ontbijt laadden we al onze spullen weer in de auto en via de asfaltweg reden we naar Brjánslækur. Daar namen wij niet de boot, maar bogen we noordwaarts af, wederom een gravel road. We dronken koffie bij Gísli-sage-bordje nummer 6 (mooi uitzicht, al zagen we het gisteren ook al). We reden door naar Dynjandi, waar we ditmaal alleen de tweede koffiestop (vooruit, en een toiletbezoek) hielden. Nu gingen we nieuwe wegen rijden, richting Þingeyri. Eerst stopten we nog bij Hrafnseyri, de geboorteplaats van Jón Sigurðsson, grote IJslandse vrijheidsstrijder. Het was een fraai plekje aan de fjord en in de verte zagen we Dynjandi nog liggen (vallen). We namen de pas en bij het naar beneden rijden kwamen we een bordje 'Sandafell' tegen. Remco zei: "Een uitzichtpunt, daar hebben we vast een heel mooi uitzicht," en dus klommen we 2,5 kilometer naar wat zendmasten op de berg. We liepen door geurige lupinevelden en zagen het ene mooie doorkijkje na het andere. Het was inderdaad zeer de moeite waard. We wisten ons los te rukken van het schouwspel (steeds anders, ook door het lichtspel van zon en wolken) en daalden weer af naar de auto. Eerst reden we nu even naar Þingeyri zelf, waar ik bij het N1-tankstation een hoognodige sanitaire stop maakte en Remco intussen even met borstel en slang de auto wat fatsoeneerde (we kwamen nu weer op asfalt, dus de gravel kon wel worden verwijderd). Hierna reden we, met wat korte stopjes wegens franjepoten en dergelijke, naar Ísafjörður. We vonden Hótel Horn zonder problemen, al ontdekten we al snel dat de check-in bij Hótel Ísafjörður was, een blokje verder. Handig. We konden even later dan toch met een zeer enge lift (waarbij je gewoon ín de liftschacht stond en de knop voor de verdieping ingedrukt moest houden, anders stopte de lift) de spullen naar de kamer brengen. We hadden door onze beklimming de lunch weer eens overgeslagen en dus gingen we om 18.00 al naar het hotelrestaurant Víð Pollinn, dat nog maar net open was. We aten er prima vissoep en kabeljauw en regenboogforel, en daarna haalden we een ijsje bij de snacktent tegenover ons hotel. Terug op de kamer deden we foto's en verslag en toen konden de beentjes omhoog. 
|