DAG 2
dinsdag 11 mei 1999

De volgende morgen kwamen we om 9.00 plaatselijke tijd in Newcastle aan. Daar regende het vreselijk, maar Professor Peter de Voogd, die even naast me kwam staan in de regen (want de eerste aanblik van de UK wil ik toch nooit missen) verzekerde me dat het in Edinburgh droog zou zijn tegen de tijd dat wij de stadswandeling gingen maken. Eenmaal aan wal vonden we na wat zoeken de juiste bus (het feit dat er “Ellbion” i.p.v. “Albion” op stond zaaide enige verwarring) en de chauffeur reed ons naar Edinburgh. We zagen mooie uitzichtjes en in Berwick-upon-Tweed mochten we een half uurtje rondlopen, wat leidde tot de aanschaf van een NME. Michiel merkte op dat dat een goed idee was en zo kwamen we in gesprek, waarop hij ontdekte dat ik een vriendin van Judith was. Judith was de studente van de UU die voor een klein jaar in Edinburgh studeerde en met ons contact zou zoeken, en omdat ik al een duidelijke afspraak met haar gemaakt had, waren we allemaal blij.
   Eenmaal in de buurt van Edinburgh maakte de chauffeur (een echte Schot) er een soort sightseeing van. Nou ja, hij gaf info die vervolgens door een van de reisleiders, Grietje, via de microfoon werd overgebracht. Zo zagen wij Arthur’s Seat, de uitgedoofde vulkaan die we nog zouden gaan beklimmen, en hadden we een mooi uitzicht op de Firth of Forth. Grietje: “Dat water heet... de... eh... Firth... wat was het ook alweer?” waarop de chauffeur na drie pogingen zelf maar “Firrrrth of Forrrrth” in de microfoon zei. We draaiden de Royal Mile op, de straat die het oude en nieuwe deel van de stad scheidt. Aan het begin staat Holyrood Palace en is ook de bouwplaats van het nieuwe Schotse parlementsgebouw. Momenteel was er alleen een grote berg puin en stenen te zien, waarop de chauffeur zei: “As you can see they’re building it brick by brick...”. Nadat we de Royal Mile bijna helemaal opgereden waren, sloegen we een kleiner straatje in en na enkele meters arriveerden we bij ons hostel. Dat inderdaad, zoals ons gezegd was, recht onder het kasteel bleek te liggen! We namen afscheid van de chauffeur, die ons beloofde dat hij ons persoonlijk naar Stirling en terug naar de boot zou brengen, en gingen het Castle Rock Hostel binnen.

Het hostel bleek een erg groot gebouw met erg veel kamers te zijn. Zestien meisjes kregen samen een kamer, de vier jongens deelden een kamer met nog wat andere jongens en ik zat met vijf andere meisjes ook op een kamer met anderen. Zat de grote groep meiden op de Currency-kamer (en ieder bed was een geldsoort), wij zaten op de Undies-kamer en lag ik in “knickers”. Wat eigenlijk nog meeviel, kamergenootje Marlies lag in “crotchless” en Annemarie in “thong”. Ach ja.   

Nadat we onze spullen neergelegd hadden, en een beetje uitgerust waren, was het tijd voor de stadswandeling. Peter de Voogd nam ons mee voor een eerste verkenningstocht. Hij bracht ons op een stukje Royal Mile, naar een klein hofje waar John Hume zijn beroemde filosofieën aan het papier toevertrouwde, en toen via een ander hofje, waar het Writer’s Museum was, naar beneden, naar het nieuwe gedeelte van de stad. Peter (op uitdrukkelijk verzoek getutoyeerd door ons) legde ons uit dat de stad uit twee delen bestaat, het oude deel (Old Town) met kronkelige straatjes en zelfs hele ondergrondse straten, en het nieuwe deel (New Town) met zijn ontzettend rechte straten. Hij bracht ons naar Charlotte Square, waar de ambtswoning van de eerst Schotse premier komt, en we liepen terug via George Street, waar veel boekhandels zitten. Daarna ging de groep naar de pub bij het General Register House.



Ik liep in mijn eentje terug naar het hostel voor mijn afspraak om 17.15 met Judith. Die perfect op tijd was, en wij vertrokken naar de Mac (via de Virgin en HMV, wel prioriteiten stellen natuurlijk) want ik had inmiddels wel erg veel honger (geen lunch gehad). Wij aten gezellig kip en burger en daarna liepen we via het park (West Princes Street Gardens, met leuke eekhoorntjes!) naar het Royal Museum of Scotland. Op dinsdagavond is dat museum gratis en ze hebben een aardige collectie oudheden. De kelder bevat het oudste materiaal (prehistorie) en hoe hoger je komt, hoe nieuwer de stukken worden. Architectonisch een erg mooi gebouw en ook boeiend om te bedenken dat het museum om de grote stoomlocomotief is gebouwd. Na het museum zijn we via het hostel naar de pub “The Last Drop” gegaan. Daar hebben we wat gedronken en veel gepraat, we hadden tenslotte heel wat bij te praten. Uiteindelijk zijn we naar het kasteel gelopen, waar ik wat foto’s nam van de mooie verlichting en we eindigden bij St Giles Cathedral. Daarna ging ik naar bed en liep Judith ook naar huis.




vorige | volgende | edinburgh index | huize mika home