DAG 4
donderdag 13 mei 1999

De volgende dag, donderdag, vertrokken we na het ontbijt naar de University of Edinburgh, na even op Linda gewacht te hebben. We waren ruim op tijd en dus mochten we even een half uurtje iets voor onszelf gaan doen. Annemarie, Marlies, Ilse en ik besloten wat te gaan drinken. We kwamen terecht in een vaag café, Woolpackers, en we dronken er thee en warme chocolademelk. Dit waren heuse kunstwerkjes, de thee was compleet met allerliefst potje en de choco was schitterend vormgegeven in een groot glas met kleine marshmallows erin. We genoten van de drank en de muziek (Frank Sinatra afgewisseld met The Beatles...), en moesten ons nog haasten om op tijd te zijn voor de lezing van Lee Spinks. Gelukkig konden we nog net de zaal binnen, waar we tussen allerlei Schotse eerstejaars terechtkwamen. Tijdens de heenreis op de boot had Sanne al een kopie van Milton’s “Paradise Lost Book IV” uitgedeeld met de vraag of we dat wilden lezen voor dit gastcollege. Ik was net zo blij dat ik alle literatuur uit mijn studie had gedonderd en besloot dan ook dat ik dat mooi niet ging lezen. Achteraf gezien een wijs besluit omdat het college uiteindelijk over... Book IX ging!
Na het college wachtte student Engels Richard Shelton ons op voor de rondleiding door de hele University. Eerst bracht hij ons naar het belangrijkste gebouw, het inmiddels beruchte Teviot. Daar gebruikten wij lunch (waarna we Linda tijdelijk kwijt waren), en vervolgens kregen wij de beloofde rondleiding. We zagen vele mooie gebouwen (de oude) en vele lelijke gebouwen (jaren ’60).



Na een grondige tocht streken wij neer in de beer-garden van The Pear Tree, en omdat het zonnetje lekker scheen was dat een aangename ervaring.



Na wat gedronken te hebben vertrokken Marlies, Annemarie, Ilse, Maartje, Ellen en ik naar James Thin, een enorme boekenwinkel. We brachten er heel wat tijd zoet (maar ik kocht niets, wonderbaarlijk!), waarna we teruggingen naar het hostel. Na wat uitgerust te hebben, gingen we met z’n vieren (Marlies, Ilse, Annemarie en ik) eten bij de buurman, die had namelijk echte Fish & Chips in de aanbieding! We kregen het niet in een krant, maar netjes op een bord. Misschien was dat iets minder echt, maar het was wel bijzonder lekker! Voldaan kwamen we terug bij het hostel, waar we te horen kregen dat de Ghost Tour naar een later tijdstip verschoven was omdat het rond tien uur donkerder (dus enger) zou zijn dan om 19.00. Van de tijd maakten Ilse, Marlies en ik gebruik om naar wat kleine ceedeewinkeltjes (waaronder Avalanche) te gaan, en we vermaakten ons best.
Op de afgesproken tijd arriveerden we bij het begin van de Ghost Tour. Het bleek dat we nog iemand misten, maar onze tour-guide was bereid even te wachten. Enige tijd later kwam een hijgende Linda aan, die op het toilet zat toen wij vertrokken... De gids vroeg naar ene “van de Mossel”, en dat was Grietje. Hoe je die voornaam uitsprak, wilde de man weten. Haar antwoord deed hem benauwd kijken. Later zou hij wel een poging wagen. We gingen op weg en de gids leidde ons door smalle steegjes en donkere hoven, onderwijl vertellend over de boeiende geschiedenis van Edinburgh. Hij vroeg Grietjes nogmaals om haar naam. “Oh, I see, just like ‘creature’!!!”. Luid protest van Grietje. De man besloot zichzelf voor vanavond maar Gdavid te noemen, om ook een beetje spannend over te komen... Hij verhaalde van Cowgate, waar de koeien plachten te lopen, en Niddry Street “where the niddries used to run up and down the street”. Op de vraag wat “niddries” dan waren moest hij ons het antwoord schuldig blijven. Hij bracht ons uiteindelijk in de underground vaults, de ondergrondse straten van Edinburgh die zijn ontstaan doordat de stad verzakt is in de loop der eeuwen. Daar vertelde hij nog wat spannende verhalen en slaagde erin ons aan het gillen te krijgen met zijn enge trucs. Rond 23.15 stonden we weer buiten en omdat we de dag erop vroeg naar Stirling zouden vertrekken, besloten we maar naar bed te gaan.


vorige | volgende | edinburgh index | huize mika home