ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1999

Geen uitbestedingen vandaag, ondanks de juichende kritieken die het voorgaande ontving. De dag van vandaag begon om acht uur. Wat niet direct betekende dat men meteen uit bed sprong, integendeel. Uiteindelijk sleepte ik mezelf naar de douche en toen ik terug kwam, was de rest ook in beweging gekomen. We aten wederom wat brood op de veranda en natuurlijk gooide Remco ook nu weer de helft van het bestek tussen de planken. Daarna pakten we de spullen weer in de auto en konden we op weg. Na enige tijd rijden kwamen we bij de veerboot naar Hella. Enige tijd is in dit geval een ruim begrip, omdat we vrij snel nadat we van de camping af waren gereden in een wonderschoon landschap terechtkwamen.



Om de paar meter diende er gestopt te worden en één stop duurde extreem lang, omdat we een veld platte steentjes naast een meertje vonden. Keilen dus! En wel zo enthousiast dat Esther zelfs een spetter water in haar oog kreeg (ohhh!). Schuldige: Remco. Locatie: overkant van ’t meertje. Poeh.

Uiteindelijk wisten we ons los te rukken van het idyllisch plekje en zo kwamen wij dan toch bij eerder genoemde veerpont. Die wij op één minuut misten, zodat we fijn konden genieten van de parkeerplaats en het uitzicht op de Sognefjord. Na een uurtje konden we dan toch de boot op en we staken de fjord over.



In Hella reden we verder en we besloten te gaan lunchen. Dat deden we bij een gezellige parkeerplaats vol Italianen en Britten. Tof.

Daarna reden we door naar de Jostedalsbre (de grootste gletsjer op het Europese vasteland), en de eerste uitloper die we daarvan tegenkwamen, was de Bøyabre. Dit was een schitterende gletsjertong met echt blauw ijs enzo. We genoten van het uitzicht en we gingen nog even wat dichterbij, enkele busladingen toeristen doorstaand. We eindigden bij het gletsjermeer. Waar de ijsklonten in dreven, dat was dus koud. Brrr. Ook hier wisten we ons los te rukken en we reden door naar de Briksdalbre, waar we een hut wilden gaan zoeken.




In Byrkjelo (door ons omgedoopt tot Borculo) deden we boodschappen. Gelukkig was er daar een winkeltje open nadat we in de wereldstad Skei de deuren gesloten vonden. Met boodschapjes voor twee dagen reden we blij verder. In Olden bogen we af richting de Briksdalbre. We dachten dat we redelijk vroeg waren (vroeger dan voorgaande dagen in ieder geval), maar de eerste camping die we probeerden zat al redelijk vol. Evenals de volgende, en die daarna, etc. Uiteindelijk verlieten we redelijk wanhopig het dal, om het volgende dal in te duiken. Dus bij Loen sloegen we weer eens af, om wederom volle campings te treffen. En dat terwijl er aardige mensen waren die zelfs bereid waren naar de volgende camping te bellen. Ook dit dal reden we dus weer uit, om terecht te komen in Stryn. Op de Stryn Camping. Waar zowaar nog één vierpersoonshut vrij was, en hoewel de mevrouw beweerde dat het niet echt comfortabel was, vonden wij de hut – met veranda, koelkast en kookpit – de moeite van het proberen waard. De hut was zelfs groter dan onze voorgaande exemplaren, en de tafel kon naar buiten. Joepie. Dus wij pleurden onze spullen binnen en Esther begon actief te koken. Iets later stond er een heerlijke maaltijd (rijst + courgette + champignons + tonijn) op tafel. Mmm jammie jammie lekker (Nootdorp). Na het eten deden we voornamelijk niets, en Esther en ik liepen nog even naar het dorp. Waar we Cafetaria Johan’s ontdekten, en café Bacchus – een link! Nu hebben we het allemaal koud op de veranda (zelfs Remco heeft een trui en lange broek aangedaan) en om warm te worden gaan we nu Mens-Erger-Je-Niet / Mens-Lach-Je-Warm spelen. Gegroet.

Op de veranda werd het redelijk fris, en het leek wel alsof het steeds harder ging waaien. Remco, weer tegen het raam slaand: "Moet dat raam niet eens dicht?" Esther: "Ja... hi... dan tocht het minder...". Dit was niet de laatste lollige opmerking, maar de rest was ongeschikt voor publicatie...




vorige | volgende | norge index | huize mika home