DONDERDAG 18 JUNI 2009 (72.182 km.)

We stonden op tijd op. Ik als eerste, met een stukje blauwe lucht en een zonnetje terwijl ik naar de toilettent (tent, ja) liep. Remco en Maarten hadden minder geluk. Drupdrupdrup. Na het ontbijt smeerden we broodjes, zetten we koffie en gingen we op pad. De eerste stop was de receptie, om te melden dat we graag nog een nachtje langer bleven. Onze eerdere ontmoeting daar was lastig terug te vinden, maar dat bleek aan een kleine misspelling te liggen... "You're forever Noesman here..." Aanpassen zou het hele systeem tot een smeulend hoopje as reduceren, begrepen wij. Goed, Noesman & co bleven dus nóg een nachtje en we zetten koers naar Salen. Daar sloegen we af, de B8035 op, die we gisteren ook al reden. Nieuw was het naar rechts gaan in Gruline, over de B8073. Die bracht ons naar Ulva Ferry. Dat bleek geen dorp, alleen een veerboot, verrassend genoeg. Dat werkte lollig: als je naar Ulva (het eiland verderop) wilde, diende je een houten schuif om te zetten zodat een rood vierkant tevoorschijn kwam. Dat was het signaal voor de veerman om je op te komen halen.


Wij besloten dat niet te doen en reden verder. Daar kwamen we eerst de Eas Fors (een waterval) tegen die met donderend geweld de berg af kwam zetten.


Weer verder, tot we het tijd vonden voor een koffiestop. Toevallig scheen net even de zon toen we bij Calgary Bay kwamen. Calgary, ja, de Canadese versie mag beroemder zijn, maar dít dorp gaf het zijn naam!




We vonden een duinpan - wel zo handig, gezien de windkracht 7 - en daar genoten we van koffie en koek, tot de grote grijze wolk wel erg snel naderbij kwam en 'plopplopplop' de eerste spetters vielen.


De koffie was gelukkig net op en we vluchtten de auto weer in. Na nog een uitzichtpuntstop onderweg bereikten we Tobermory. De wolken weken weer even en zo zagen we de schitterend gekleurde huisjes aan de haven, badend in het zonlicht. Lief!


We knaagden onze bammetjes op en Maarten haalde een fles Tobermory whisky. Dat kostte hem 20,55 pond en op die 55 pence leefde Remco zich helemaal uit, zodat we drie kilo aan kleingeld lichter weer verder konden.


Na de boodschappen bij de Coop stapten we weer in de auto en we reden naar de camping terug. Het was pas half drie en dus vertrokken we gelijk weer, maar nu te voet. We liepen een smal paadje langs de oostkust van het eiland. We zagen er vooral veel vogels, hoewel het mij om de aanwezige otters ging. Die waren blijkbaar elders hun vertier aan het zoeken, want wij zagen ze niet. Wel vonden we een nestje met twee eieren - nouja, nestje... de eitjes lagen gewoon tussen de losse stenen op een rots.


We liepen ons uiteindelijk vast in een moeras en keerden om. Halverwege zei Remco ineens: "Zijn ze daar nou aan het vissen?" Ik zocht op zee naar een bootje met hengelaars, maar hij bleek te doelen op een groep zeevogels die zich zo nu en dan als een soort kanonskogel in zee wierpen. Door mijn telelens zag ik dat het jan-van-genten waren en Maarten en ik maakten er vele foto's van. Stoer!


300 foto's later wisten we ons toch los te rukken van het spektakel en tegen half vijf bereikten we zeik- en zeiknat (we hadden onderweg al vele buitjes gehad, maar waren nét een beetje opgedroogd toen we bij de ingang van de camping nog eenmaal de volle laag kregen) de tent. We troostten onszelf met wijn, IrnBru en chips en later met een heerlijke garnalensla met warme apies.




vorige | volgende | index | huize mika home