ZATERDAG 8 APRIL 2000

MAIN STAGE

16.00-16.30 Ligament
16.50-17.20 And you will know us...
17.40-18.10 Snow Patrol
18.40-19.20 Clinic
20.05-21.05 Arab Strap
21.45-23.15 Sonic Youth

SECOND STAGE

16.00-16.30 Motor Life Co.
16.55-17.30 Ganger
18.00-18.40 Pan American
19.10-19.55 The For Carnation
20.25-21.40 Shellac
 



Vanmorgen sliepen we eindelijk eens lekker uit. Pas rond 11 uur zaten we aan het ontbijt. We aten de lekkere warme broodjes die Merit had meegenomen. Daarna keken we naar buiten en zagen dat het wederom erg lekker weer was, en dus grepen we gitaar, fluitjes en eitjes en gingen met z'n vieren op het grote grasveld voor ons chalet zitten.



Daar speelden Estur en Merit een Greatest Damer Hits, plus wat nieuwe songs ("Blue" zong de rest van het weekend door mijn hoofd) en covers. Op een gegeven moment kregen we gezelschap van en Noorse jongen (een prototype van wat er zoal rondliep op het festival, met een grote bril en sokken die bij zijn haar pasten), die ook nog even wat (mooie!) liedjes speelde, want hij zat natuurlijk ook in een band... Muziek brengt mensen dichter bij elkaar. Ofzo.




Nu besloten we wat boodschappen te gaan doen, maar in de supermarkt die nu wel open was (tegenover het terrein), hadden ze ook al geen groente. Dus sprongen we in de auto en reden we naar het dichtbij gelegen stadje Rye. Na wat rondjes gereden te hebben, vonden we een (Fresh!) Budgens, een grote supermarkt. Alles bleek weer lekker duur te zijn dankzij het hoge pond, maar ze hadden er tenminste wat we zochten (zoals een megaverpakking champignons...). Daarna reden we terug naar het chalet. We namen eerst nog een verkeerde afslag, zodat we een miniweggetje een berg op indraaiden, en daar kwam net een Mini van de berg zeilen. Maar goed dat het geen Mercedes was, anders waren we zeker verpletterd.
Uiteindelijk kwamen we toch weer bij het chalet, waar we vlieger (ik), zwembroek (Remco!?) en sjips (wij allen) pakten en naar het strand liepen. Het strand was recht tegenover de ingang een klein paadje in, een duinenrij over en je was er. Bovenop een duin sloegen we ons kamp op (nadat Remco had ontdekt dat het water – ondanks de warme golfstroom – toch wel erg koud was!) en we testten de vlieger uit. Merit kreeg hem nog wel de lucht in, maar Remco en ik kregen dat daarna niet echt meer voor elkaar. De wind ging zeker liggen ofzo...




We genoten dus maar eens van de zon en keerden rond 3 uur terug naar het chalet. Daarna tjekten we het five-a-side voetbal uit, maar het was net half-time en de enige bekende die ik tussen de voetballers zag, was Steve Lamacq (Estur: "Wie?"), de wereldberoemde  Radio 1 DJ. Omdat het nu 4 uur was, gingen we terug naar het appartementje om pannenkoeken te gaan bakken. Remco en ik hielden ons daar mee bezig, terwijl Estur en Merit de contacten met de buitenwereld onderhielden door te gaan schommelen met een Glaswegian (vriend van vrienden van Bis, jaja!). Om kwart over 5 aten we de eindproducten (goed gelukt ondanks gebrek aan garde en zwaar brakke koekenpan) en daarna gingen we snel naar Snow Patrol. Die waren al een tijdje bezig, maar dat mocht de pret niet drukken. Ze speelden wat nieuwe nummers, en de zanger moedigde ons tussen de nummers door aan vooral te springen ("You can jump up and down to this one!"). Even is dat wel grappig, maar na ieder liedje begint het toch wat te vervelen. Geen spat veranderd dus, sinds ik ze voor het laatst zag (London Calling april 1999). Ze speelden trouwens wel een erg coole versie van hun hitje "Starfighter Pilot", twee keer zo snel als op de plaat!
We besloten nu de lo-fi karaoke te gaan zoeken, en na navraag bij de Reception bleek dat in de Queen Victoria pub gehouden te worden. De pub zat aan de zijkant van het hoofdgebouw en we liepen erheen. Er bleek echter weinig te beleven en het biertje / colaatje bestellen ging ook al mis omdat de barmuts een beetje dom was. We bedachten dat we dan maar weer een bandje wilden gaan zien en "toevallig" speelde Clinic op de Main Stage. We hadden welgeteld 1 liedje van de band gehoord op mijn ATP car cassette en waren benieuwd hoe het zou klinken. Het bleek een erg leuk bandje! Zo'n beetje alle leden wisselden regelmatig van instrument (behalve de drummer eigenlijk), en de liedjes waren kort, to-the-point met leuke melodietjes. Prima pop derhalve – een heuse ontdekking van het festival!
Na Clinic wilden we toch wel iets gaan drinken en omdat we de Queen Vic niet meer wilden proberen, gingen we maar even langs het chalet. Na wat rust gingen we wederom naar de Main Stage, waar Arab Strap inmiddels bezig was. Het klonk zoals verwacht: gitaargeneuzel met daaroverheen stemgeneuzel. Lachen... not! Estur en Merit besloten een biertje te gaan halen. Dat kostte ze 5 pond (F 18,35 voor 2 biertjes!!!), dus bedachten ze dat ze er maar flink van moesten genieten. Aangeschoten na 3 slokken – stoer! Het werd tijd voor Shellac en we wilden nu toch eindelijk Steve Albini (drummer) wel eens zien, dus togen we naar beneden. De kleine zaal bleek erg vol te staan, en we propten onszelf tussen de menigte. Er stond helaas een pilaar recht voor Steves hoofd, maar we hoorden hem wel goed. De muziek was best wel hard, maar niet onaardig. Remco en ik gingen even iets meer naar het midden toe, maar daar zag ik niet veel meer dan aan de zijkant en het was er 3 keer zo warm, dus ik toog weer terug naar Estur en Merit. Het vragenrondje van de band was trouwens best leuk. Zanger wees een handopstekende persoon in het publiek aan en die mocht dan een vraag stellen. Ze kregen vragen als: "Who's your favourite Beatle" ("I guess that would be John") etc. Ze hadden ook nog wat aanmerkingen over de chalets ("These are no chalets, these are motel rooms!"), leerden ons de uitspraak van de bandnaam (shel-LAC) en ze hadden nog een vraag voor het publiek: "What's orange and looks good on hippies – fire...".
De drie dames besloten nu buiten de zaal te gaan wachten. Daar bekeken we de vage personen die langsliepen, en wachtten we op Remco. Die kwam na het volgende vragenrondje, en we liepen naar boven om tenminste nog een beetje midden in de zaal te staan voor de headliners van de zaterdag, Sonic Youth (of, zoals wij steeds zeiden, Sonnik Joes). Na een half uurtje wachten kwam de band – precies op tijd! – op. Kim zei: "Hi," en ze begonnen te spelen. Zij speelden... ehm... een "compositie" met steeds meer gitaar, en zo af en toe zei Kim eens "fuck" in de microfoon. Controversieel! Op mijn vraag hoe lang dit geluid nog doorging zei Estur: "Nouwww... dat duurt nog wel 5 minuten hoor!" (niet dat ze het nummer kende ofzo, maar het klonk wel stoer). Merit: "Nee, dit is de live versie, die duurt 10 minuten!" Een kwartier later was het nog steeds dezelfde herrie en vluchtten wij naar achteren, waar wij eens een goede discussie trachtten te starten over waarom zo veel mensen deze geluidsproductie zo goed schijnen te vinden. Helaas werd de herrie steeds erger en na 1,5 nummer (een half uur binnen) zijn we helemaal gevlucht. Blègh!
We keerden weer eens terug naar de hut en zaten tot in de kleine uurtjes op het tweepersoonsbed (okee, de uitgeklapte brakke bank). We begonnen met "ik loop door de buren" ("I walk through my neighbours") en eindigden bij "Oeh belle Jelle... Jelle je mag me bellen...", na ongeveer de hele Nederlandse popscene te hebben vertaald naar het Nederlands. Merit had nog een mooie uitsmijter: "...en je bent al bijna 3" als variant op Jelles "en bijna 17". Haar excuus: "Ik ben toch veel jonger dan Jelle? Je moet dat in verhouding zien!". Je had er bij moeten zijn <grijns>
We zaten net te overwegen naar bed te gaan toen ineens het licht uitging. We hadden gelukkig een nieuwe elektriciteitskaart (die je bij de Reception moest kopen, om elektriciteit in je chalet te krijgen), en we propten hem in de meter. Helaas gaf het apparaat een error, en ditmaal hielp zelfs het knopje niet (de eerste keer had het wel geholpen), zodat we in het donker bleven zitten. We wilden aanvankelijk gewoon naar bed gaan, maar Merit wilde toch wel erg graag wat warm water, dus uiteindelijk ging Remco er op uit om iemand te zoeken die er verstand van had. Een hele tijd later klopte er een vreemde man op het raam, en nadat wij open hadden gedaan, stormde de man binnen, wrotte wat aan de meter en voilá, het licht ging weer aan. De man was na 2 seconden weer weg, en even later stond Remco hijgend voor de deur. Hij had na veel moeite een managerachtig type gevonden en er zou iemand gestuurd worden. Remco rende dus naar huis, maar tegen walkietalkies kon hij niet op. O well.
Merit wilde nu haar warme water en omdat de boiler nog op moest warmen, gooide ze een sloot water in de waterkoker. Ineens ging het licht weer uit en wat we ook probeerden, er gebeurde niets. Remco – inmiddels in pyjama – kleedde zich zuchtend weer aan en ging wederom op zoek naar de manager. Een tijdje later kwam hij weer hijgend terug, ditmaal wel voor de technicus. Die kwam vlak daarna, en na wat onderzoek verklaarde hij dat er water in de sensor van de waterkoker zat, en dat veroorzaakte kortsluiting. Merit: "So the watercooker is not waterproof?" Man: "Yes it is." Merit: "No is isn't." Man: "Yes it is!" waarop Merit het maar opgaf en we uiteindelijk allemaal rustig naar bed konden.



vorige | volgende | atp index | huize mika home










opmerkingen? vragen? mail leonie  (pas op de @)