WOENSDAG 22 JUNI 2005

Vannacht genoot Remco van de langste nacht van het jaar in Noorwegen door om half twee bij een lichte schemer naar het toilet te gaan. Om half acht stonden we op met een stralend blauwe lucht boven de tent. Na het ontbijt reden we op ons gemak naar Otta, waar we de zijweg naar Mysusæter namen. Al snel hadden we uitzicht op Otta; dankzij enkele haarspeldbochten klommen we snel. Na nog een laatste blik op het Gudbrandsdal kwamen we in een andere omgeving.



Het dorp Mysusæter bestond uit wat boerderijtjes en de boomgrens bereikten we even later. Bij de grens van het Nationaal Park Rondane kwamen we twee tractoren met aanhanger tegen. Ze stonden bij de slagboom stil, dus Remco dacht erlangs te kunnen. De achterste bleef inderdaad stilstaan, de voorste besloot echter achteruit te gaan rijden! Ons getoeter hielp niet en snel reden ook wij achteruit, tot we bijna met de achterkant van de auto ín de achterste tractor zaten... Gelukkig stopte de achteruitrijder toen en snel schoten we achterlangs, een - naar later bleek - modderpoel in. Toen de tractoren allebei weg waren, konden wij ook verder. Althans... nadat we met veel gespetter en lawaai uit de drek loskwamen...
Bij de slagboom deden we netjes de gevraagde tien kronen in een zakje en we zetten vier kilometer verderop de auto op het parkeerterrein (Spranget, noemden ze het). We trokken onze bergschoenen aan en deden ook meteen maar truien én jassen aan, want er stond hierboven een ijzige wind! We volgden het pad vanaf het parkeerterrein richting Rondvassbu, de DNT-hut zes kilometer verderop.



Onderweg genoten we van de prachtige vergezichten op de bergen en beken van Rondane. Na anderhalf uur waren we bij de hut en zagen we ook Rondvatnet, het langgerekte meer naast de hut.



Zoals we drie jaar geleden in Jotunheimen ook al merkten: in juni zijn de Noorse bergmeren nog grotendeels bevroren!



Bij de hut aten we een boterhammetje, waarna we aan de beklimming van Storronden (2138 meter) begonnen. Het eerste stuk was nogal steil, maar daarna werd de route makkelijker. We hadden afgesproken (met onszelf) dat we rond één uur om zouden keren. Om één uur waren we ook op een mooi omkeerpunt; het hoogste punt van waaraf we de auto nog konden zien (nouja, een geschitter in de verte duidde op een parkeerterrein...).



   We keerden om en namen een iets andere afslag, waardoor we iets vóór de DNT-hut uitkwamen. Deze route bleek een stuk minder steil - fijn, want tegen die afdaling had ik wel opgezien! Nu kwamen we weer op de makkelijk te lopen route naar de auto, waar we om half vier aankwamen. We reden terug naar Otta. Daar deden we boodschappen bij de Kiwi, waarna we de rest van de dag bij de tent doorbrachten.


vorige | volgende | noorwegen 2005 index | huize mika home